Gedurende drie maanden tonen europalia en CINEMATEK mijlpalen uit de rijke filmische geschiedenis van Georgië. Fragmenten uit de eerste films van deze cyclus zijn te bezichtigen in de europalia georgia tentoonstelling De avant-garde in Georgië (1900- 1936), die in Bozar loopt tot 14 01 2024.
Georgië mag dan fascinerend zijn, de geschiedenis, tradities en samenleving van het land zijn niet zo gemakkelijk te begrijpen als zijn reputatie van gastvrijheid doet vermoeden. Georgië is een land van contrasten, verscheurd tussen openheid en teruggetrokkenheid, hypermoderniteit en conservatisme, West en Oost, en kent vele facetten. Door de eeuwen heen heeft het moeten vechten tegen indringers om zijn cultuur te beschermen en in 1921 viel het onder het Sovjetjuk. De opkomende cinema was tot aan de val van het IJzeren Gordijn verbonden met de cinema van de USSR: na een vergelijkbare vruchtbare periode in het tijdperk van de stille film beleefden beide de donkere jaren van het stalinisme, om herboren te worden en te diversifiëren in de jaren 1960 en 1980.
Daarna volgden onafhankelijkheid in 1991, separatistische conflicten in Zuid-Ossetië en Abchazië, oorlog en economische crisis. Voor Georgië is de geschiedenis van de 20e eeuw erg zwaar. Maar het zal in de film een medium vinden dat past bij zijn veerkracht.
Aan de basis van het hybride karakter van de Georgische cinema ligt een volk dat voortdurend heen en weer pendelt tussen moderniteit en traditie, feest en werk, levensvreugde en bitterheid, poëtische verheerlijking en scherpe kritiek. De originaliteit van zijn cinema ligt evenzeer in de kunst van nostalgie als in het gebruik van humor en het verlangen om te getuigen/weerstand te bieden. De diversiteit van de favoriete genres van de Georgische film getuigt hiervan: epische parabel (Natvris khe, Dghes game utenebia, Ambavi Suramis tsikhitsa), satirische komedie (Chemi bebia, Khabarda, Sherekilebi, Tsisperi mtebi anu daudzherebeli ambavi), poëtische kortfilm (Kolga), etnografische documentaire (Buba, Marili svanets, Alaverdoba), stads- en plattelandskroniek (Magdanas lurja, Giorgobistve, Didi mtsvane veli, Ramdenime interviu pirad sakitkhebze…), historische reconstructie (Eliso, Les Dvadtsat shest komissarov , Komunaris chibukhi, Pirosmani, Metskhramete saukunis kartuli kronika) of nog, sociale analyse (Saba, When Almonds blossomed).
De Georgische cinema is een thematische en formele synthese van verschillende invloeden (middeleeuwse fabels, 19e -eeuwse literatuur, de avant-garde van de jaren 1920, enz.) en verkent onophoudelijk de paradox van een maatschappij die volop in verandering is, die zich probeert aan te passen aan het heden maar weigert zich af te snijden van zijn wortels.
De Sovjetcontext van de filmproductie was van een bepalende rol en het ideologische toezicht een katalyserende factor voor de creativiteit van de filmma(a)k(st)ers, wat bij sommigen resulteerde in een cinema van détournement. Een aantal personen wier films we in dit programma vertonen, betaalden een hoge prijs (Mikaberidze, N. Shengelaia, N. Gogoberidze, Parajanov…). Anderen werden de strijd moe en emigreerden (Ioseliani, Kobakhidze).
Vandaag de dag hangt de schaduw van de
Russische gigant nog steeds over het lot
van het land, maar de Georgische cinema
zet zijn strijd en zijn kosmopolitische uitwisselingen
– tussen onafhankelijke productiestructuren
en filmma(a)k(st)ers gevestigd
in Tbilisi of in het buitenland – voort en
blijft introspectieve werken met universele
aantrekkingskracht voortbrengen.
FILMS
05 + 12 12 2023: Mikheil Chiaureli - Saba (1929)
07 + 14 12 2023: Nutsa Gogoberidze - Buba (1930)
09 + 16 12 2023: Mikhail Kalatozov - Le Sel de Svanétie (1930)
16 12 2023: Giorgi Shengelaia - Pirosmani (1969)
19 + 26 12 2023: Kote Mikaberidze - Ma grand-mère (1929)
20 + 27 12 2023: Tengis Abuladze, Rezo Chkheidze - L’âne de Magdana (1955)
21 + 28 12 2023: Kote Marjanishvili - Amok (1927)
22 + 29 12 2023: Aleksandre Rekhviashvili - Chronique géorgienne du 19e siècle (1978)
30 12 2023 + 06 01 2024: Nikolos Shengelaia - Les 26 Commissaires (1932)
02 + 09 01 2024: Nikolai Chengelaja - Elisso (1928)
03 + 10 01 2024: Eldar Shengelaia - Les Montagnes bleues ou une histoire invraisemblable (1983)
05 01 2024: Sergej Paradzanov, Dodo Abashidze - La Légende de la forteresse de Souram (1985)
11 + 18 01 2014: Kote Marjanishvili - La Pipe du communard (1929)
12 01 2024: Otar Iosseliani - La Chute des feuilles (1966)
13 + 20 01 2024: Ivan Perestiani - Les Diablotins rouges (1923)
16 + 23 01 2024: Mikheil Chiaureli - Hors du chemin (1931)
17 + 24 01 2024: Lana Gogoberidze - Quand l’amandier s’est épanoui (1972)
19 + 26 01 2024: Eldar Shengelaia - Drôles d’oiseaux (1978)
31 01 2024 + 07 02 2024: Tengis Abuladze - L’Arbre du désir (1976)
02 + 09 02 2024: Lana Gogoberidze - Quelques interviews sur des questions personnelles (1978)
03 02 2024: Merab Kokochashvili - The Big Green Valley (1967)
04 02 2024: Nikoloz Kakhidze - Gogi - The Young Pilot (1928)
04 02 2024: Kote Marjanishvili - Gogi Ratiani (1927)
16 + 23 02 2024: Lana Gogoberidze - Le Jour plus long que la nuit (1983)
17 02 2024: Nana Dzhordzhadze - Les 1001 recettes du cuisinier amoureux (1996)
21 + 28 02 2024: Mikheïl Kobakhidzé - Le Parapluie (1962)